De AFM wijst opnieuw op het risico dat sommige huishoudens betalingsverplichtingen hebben, die bij het bepalen van de maximale financieringslast om verschillende redenen niet worden meegenomen door hypotheekverstrekkers. Specifiek wijst de toezichthouder op gebrekkige registratie van bepaalde kredietvormen. Zo zou de AFM onder andere graag zien dat de studieschuld wordt geregistreerd in het Centraal Krediet Registratiesysteem van het Bureau Krediet Registratie.

Dit en meer schrijft de AFM in de Wetgevingsbrief 2021, waarin ze vraagt om aanpassingen in de financiële wetgeving. “De knelpunten in de wetgeving houden verband met ontwikkelingen op vier thema’s: de financiële weerbaarheid van huishoudens, digitalisering, Europese wet & regelgeving en het vestigingsklimaat voor de kapitaalmarkten.”

Limiet

De AFM schrijft over hypotheekverstrekking: “Er is een limiet aan de hoogte van het maximaal te lenen bedrag voor huishoudens die een hypotheek afsluiten. Daarmee worden ze beschermd tegen restschuld- en betalingsrisico’s. Als maximaal wordt geleend ten opzichte van het inkomen, zorgt dit er regelmatig voor dat huishoudens hun overige uitgaven moeten terugbrengen om aan de hypotheekbetalingsverplichtingen te (kunnen) voldoen. Het terugbrengen van uitgaven is vaak beperkt te realiseren, omdat voor die maximale hypotheek in veel gevallen al bezuinigd is ten opzichte van de uitgaven die (volgens het Nibud) passen bij deze huishoudens. Dit maakt de weerbaarheid van huishoudens bij een tegenslag klein. Een verantwoorde hypotheek staat of valt daarom met de juiste toepassing van deze leennormen door aanbieders van hypothecair krediet.”

Studieleningen

Starters op de woningmarkt hebben volgens de toezichthouder steeds vaker een (hoge) studieschuld. “Het aantal personen met een studieschuld is sinds begin 2015 toegenomen met 388.000, naar 1,4 miljoen in 2019. De gemiddelde studieschuld is ook opgelopen, van 12.400 euro in 2015 naar 13.700 in 2019. De maandelijkse aflossing van de studieschuld beperkt de financiële ruimte die een consument heeft voor woonlasten en overige uitgaven.”

Adviseurs

“Aanbieders en adviseurs van hypothecair krediet zijn wettelijk verplicht om bij het bepalen van het maximale hypotheekbedrag rekening te houden met de bestaande financiële verplichtingen”, zegt de AFM. “Het is immers belangrijk dat het totale maandelijkse bedrag dat een consument moet betalen aan rente en aflossing voor een hypotheek – maar ook voor andere kredieten – verantwoord is. Met de voorwaarden van studieleningen en gelet op het maatschappelijke doel, heeft de wetgever reeds bepaald dat deze minder zwaar meewegen bij het bepalen van de maximale hypotheek dan bijvoorbeeld een consumptief krediet. Er zijn echter duidelijke aanwijzingen dat bij een deel van de consumenten een studieschuld in het geheel niet wordt meegenomen bij een hypotheekaanvraag.”

Onnodig omslachtig

AFM: “Aanbieders en adviseurs zijn momenteel in hoge mate afhankelijk van de aanvrager van de hypotheek om vast te stellen of er sprake is van een studieschuld. De huidige praktijk, waarbij een aanvrager doorgaans een schermafdruk van de digitale ‘Mijn DUO’-omgeving overlegt, is onnodig omslachtig en bevordert naleving en handhaving van de geldende regelgeving rond verantwoorde kredietverstrekking niet. Extern onderzoek toont aan dat 15% van de starters een studieschuld niet opgeeft bij de hypotheekaanvraag.”

Bureau Krediet Registratie

Om deze reden ziet de toezichthouder graag dat uitstaande studieschulden centraal worden geregistreerd in een voor hypotheekverstrekkers toegankelijk register. De AFM verzoekt de minister van Financiën in overleg te treden met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de concrete invulling van dit knelpunt. De AFM is daarbij van mening dat registratie in het Centraal Krediet Registratiesysteem van het Bureau Krediet Registratie het meest voor de hand ligt vanwege de aansluiting met de reeds bestaande schuldenregistratie.